IFKSNieuwsSkûtsjesilen

40 jaar skûtsjesilen IFKS

“By de SKS tochten se ‘dat wurdt niks’, mar it pakte oars út”

Vandaag is het precies veertig jaar geleden dat de eerste wedstrijd voor de IFKS werd gezeild. Zestien skûtsjes verschenen destijds aan de start op het IJsselmeer bij Hindeloopen. Skûtsjekenner, schipper en oprichter van het Skûtsjemuseum Age Veldboom weet het nog goed, al was hij die eerste jaren nog niet bij het skûtsjesilen betrokken. “Gerrit Roosjen wie de betinker fan de IFKS. Spitich genôch is hy yn 1999 al stoarn.’’

Als bezitter van een skûtsje wilde Gerrit Roosjen het liefst zeilen in wedstrijdverband, maar anno 1980 was dit niet meer mogelijk omdat de SKS (Sintrale Kommisje Skûtsjesilen) had besloten een stop te zetten op de inschrijving. Er mochten veertien skûtsjes meedoen aan de jaarlijkse wedstrijden. En niet één meer. In de officiële uitgave van de IFKS in 1983 zei Roosjen hierover: “Er zijn in Friesland wel veertig schepen. De kwaliteit van die schepen is niks minder dan van de schepen die meedoen aan de wedstrijden van de SKS. Als je ziet wat voor inspanningen mensen hebben gedaan om het schip in topconditie te houden,dan dwingt dat groot respect af. Nu claimt de SKS dat men de schepen voor het nageslacht wil behouden, maar de SKS is niet de enige organisatie die daar het patent voor in huis heeft. Dat kunnen anderen net zo goed.’’ Het is voor Roosjen aanleiding om de Iepen FryskeKampioenskippen Skûtsjesilen te organiseren.

Onrecht

Dat zeilen bij de SKS voor hem en vele anderen niet was weggelegd, zag de Fries als een groot onrecht. Daarom riep hij eigenaren van skûtsjes in een advertentie in de krant op om hem te schrijven. “By de SKS tochten se ‘dat wurdt niks’, mar it pakte oars út’’, herinnert Age Veldboom zich. Twaalf aanmeldingen kwamen binnen met als gevolg dat op 19 december 1981 de vereniging IFKS werd opgericht in ‘De Hinde’ in Hindeloopen. Gerrit Roosjen werd voorzitter in het bijzijn van Berend Hof en Ruurd Vieger. Klaas Adema werd secretaris en Chris van der Berg penningmeester. Verder werden Yde Schakel, Jildert Zuidema, Jappie Strikwerda en Dries Hamstra lid.

Nico Hoek

Dat Nico Hoek winnaar werd van de eerste twee IFKS-wedstrijden was veel Friezen een doorn in het oog, weet Veldboom. “Nico Hoek kaam net út Fryslân en hoe koe in Hollanner no it skûtsjesilen winne’’, seinen in protte Friezen. Ook Roosjen had liever gezien dat een inwoner van zijn provincie met de eer was gaan strijken. “Ik ben natuurlijk chauvinistisch, maar de sterkste wint nu eenmaal.’’ In de jaren erna waren er steeds meer ‘Hollanders’ die deelnamen aan de IFKS, zoals Jan Bakker uit Enkhuizen. Hij werd in 1985 kampioen.

Woelige jaren

De eerste jaren van de IFKS staan in de skûtsjewereld bekend als woelige jaren. Volgens Veldboom kwam dat omdat de deelnemers allemaal einzelgängers waren die hun eigen skûtsje en hun eigen belang voorop stelden. De IFKS werd gezien als een alternatieve club waar alles nog niet perfect geregeld was. Er ontstond onenigheid tussen de schippers over de regels en de media stookte de vuurtjes op. Veldboom: “Skippers makken inoar fia de parse swart. Bekend wie de diskusje oer de bakstagen dêr’t ‘Hollanners’ lykas Bakker mei fearen. Neffens de organisaasje wie dy fersteviging fan de mêst net orizjineel, mar oaren stelden dat dizze eartiids ek al brûkt waard op skûtsjes. Fyn dan mar ris in goeie bestjoerder dy’t boppe al dizze partijen stiet.’’

Verschil SKS en IFKS

Skûtsjeliefhebber Anne Speerstra was zo’n bestuurder. Hij heeft zelfs nog geprobeerd om de SKS en IFKS in één verband onder te brengen, maar dat mislukte. Vanaf 1990 werden de onderlinge verhoudingen wel beter. Een groot verschil tussen de SKS en IFKS waren de financiën. Skûtsjes van de SKS werden gesteund door commissies en sponsoren terwijl IFKS’ers vaak kleine ondernemers waren die alles zelf betaalden. “Ut pure earmoede sylden se mei âld katoenen túch, dat by de SKS útsyld wie’’, vertelt Age Veldboom die zelf begon als bemanningslid op het skûtsje de Lege Wâlden van Pyt Kamstra. Toen de schipper door een auto-ongeluk plotseling overleed, begon Veldboom voor zichzelf als schipper van de Eureka en later van de Swanneblom. Overigens stond de IFKS bekend om de uitbundige feesten, met muziek, dans en drank. “Op in gegeven momint is it in offisjele regel wurden dat der moarns foar de start gjin drank skonken waard. De IFKS woe gjin dronken skippers oan board’’, lacht Veldboom.

A-, B- en C-klasse

In het tweede jaar waren er 21 schepen aangesloten bij de IFKS. “En die zeilen ook allemaal’’, zo stelde Roosjen in dat jaar. “Wij doen onze uiterste best het skûtsjesilen voor iedereen toegankelijk te maken. Wij zijn niet minder dan de leden van de SKS. Misschien wordt het aantal wel dertig of meer. Wordt het te moeilijk om allen te laten starten in één wedstrijd, dan moet er een A- en een B-klasse komen. Waarom niet? Als men zich aan de reglementen houdt, dan is er niets aan de hand. We sluiten niemand uit, ook de leden van de SKS niet.’’ Die B klasse kwam er in 1985 en toen er in 1993 opnieuw te veel gegadigden voor deelname waren, werd een C klasse aan de wedstrijdenreeks toegevoegd.

Lytse klasse

Zelf was Age Veldboom één van de initiatiefnemers van de Lytse klasse voor kleinere skûtsjes met een maximale lengte van 17.10 meter. Dat was in 1995. “Ik fûn it skande dat in soad lytse skûtsjes dy’t noch yn orizjinele steat ferkearden yn twaën snien en ferlinge waarden om se rapper te meitsjen. Se hearre ta it Fryske kultuerguod. No sille wy tachtich jier nei dato bepale dat de skipsbouwers it eartiids net goed dien ha. Dêr wie ik prinsipieel op tsjin.’’ Hij constateerde een ongelijke strijd tussen de schepen. Schippers van de kleine skûtsjes leveren sportief gezien misschien net zo’n prestatie als de bemanning van de grote schepen, maar ze kunnen de strijd niet winnen. Nog altijd zijn er vier klassen (A-klasse, B-klasse, C-klasse en de A-klein) en in totaal ruim zestig deelnemende skûtsjes. Overigens werd Veldboom zelf in 2004 winnaar in deze Lytse klasse. “Dat wie geweldich foar ús hiele team.’’

Skûtsje gered

Anno 2022 is de IFKS niet meer weg te denken uit de skûtsjewereld. Niet alleen zijn de skûtsjewedstrijden sociaal-maatschappelijk gezien zeer belangrijk voor heel veel mensen – kijk eens hoeveel IFKS-huwelijken er al zijn – ook voor veel toekomstige SKS-schippers is de IFKS een goede leerschool. Maar bovenal zijn dankzij de IFKS veel skûtsjes gered van de schroothoop. Veel skûtsjes zijn voor de wedstrijden aangepast maar niets is definitief. Veldboom: ,,Sjoch mar nei ús skûtsje Risico dy’t hjir sa moai foar it Skûtsjemuseum leit. Dat jout oan dat de wei werom altyd wer mooglik is.’’

Tags
Show More

Related Articles

Geef een reactie

Back to top button
Close
Close